Jamathi racers 1963 t/m 1967

Het begin

 

Eind jaren 50 is de 50cc racerij begonnen met groeien. Rijders van het eerste uur waren o.a.: van Koeveringe, Cees van Dongen, Jan Huberts, Piërre Kemperman en Jan Thiel.

 

Jan Thiel's race carriëre begon in 1959 op een zelf getunede tweeversnellingen HMW racer. Hierna werden de tune activiteiten verplaatst naar een FBM motor. Toen ook het FBM motorblokje geen potentie meer had om snel genoeg te worden werd deze verruild voor een Benelli. Dit werd de racemachine voor het seizoen 1962.

 

In datzelfde jaar kreeg de 50cc klasse door de F.I.M. (Federation Internationale Motorcycliste) de wereldkampioenschap status toegewezen.

 

 

Seizoen 1962

 

Op 11 mei 1962 ontmoetten Jan Thiel en Martin Mijwaart elkaar op een 50cc race in Rockanje. Martin Mijwaart racete toen op een Itom. Na enkele gesprekken kwamen de 2 tot de conclusie dat ze veelal dezelfde opvattingen en doelstellingen hadden op gebied van het 50cc racen.

Jan en Martin ontmoetten elkaar toevallig wéér tijdens de Grand Prix van België, waar ze allebei als toeschouwer aanwezig waren. Ze spraken af om een week later bij Martin in Nederhorst den Berg hun plannen te bespreken. Er werd besloten om samen naar races in België te gaan. Jan Thiel kwam in het bezit van een internationaal startbewijs en mocht meedoen.

 

In september 1962 besloten Jan Thiel en Martin Mijwaart om samen te gaan werken. Het eerste project was het monteren van een Kreidler cilinder op de Itom racer van Martin. Martin behaalde hiermee goede resultaten op het circuit van Zandvoort.

Met behulp van de broer van Martin, Jan Mijwaart, werd in november 1962 begonnen met de bouw van een schuurtje achter het huis van Martin's ouders. Tijdens de bouw maakte Jan Thiel kennis met de 16 jarige Paul Lodewijkx. Paul zou later Jan en Martin bijstaan en samen werden ze bekend als het trio: Thiel, Mijwaart en Lodewijkx.

 

Jan Thiel naast de Benelli (1962)

 

 

Seizoen 1963

In de winter van 1962-1963 begonnen Jan Thiel en Martin Mijwaart met het bouwen van 2 identieke racers. Er werden 2 gelijke rijwielgedeeltes gebouwd en voor het motorblok kozen ze voor Royal Nord carters. Met behulp van collega coureur Cees van Dongen maakten ze hun eigen zes versnellingsbak. Op de carters werden Kreidler cilinders geplaatst met een zelf gemaakte cilinderkop. De stroomlijn werd ook door Cees van Dongen geleverd.

 

 

Seizoen 1964

In de winter van 1963-1964 werden de eerste twee eigenbouw motorblokken gemaakt. De motorblokken waren voorzien van een zelfgemaakte luchtgekoelde cilinder, roterende inlaat, een naar achter gerichte uitlaat, wat in die tijd nogal zeldzaam was en een zelf geconstrueerde versnellingsbak met schakelmechanisme d.m.v. een trekspie. De motorblokken werden geplaatst in de frames waarmee in 1963 was geracet.

 

De machines kwamen te racen onder de naam "Tansini". Tansini was een Italiaanse motorenfabriek, die de jongens van Jamathi had toegezegd bij overwinningen financiële hulp te bieden.

 

 

Jan Thiel naast de eigenbouw "Tansini"

 

 

 

Rechts de machine waar Jan (5) op racete en links de machine van Martin (52)

 

 

Seizoen 1965

Wederom werd er in de winter hard gebouwd aan de racers. Deze winter werden er geheel nieuwe rijwielgedeeltes geconstrueerd en opgebouwd. De frames werden lichter, lager en smaller. In die tijd waren er nog geen kant en klare racevoorvorken en wielnaven, zoals Marzocchi of Ceriani, daarom moesten ook deze zelf worden bedacht en gebouwd. Het werden de meest hiervoor geschikte onderdelen van Adler aangevuld door eigenbouw onderdelen. De motorblokken van de '64ers werden ook aardig onder handen genomen en kwamen op een vermogen van ongeveer 11 pk bij 13.800 toeren.

 

Tansini was in die tijd failliet gegaan, daarom moest er een nieuwe naam worden verzonnen. Men gebruikte de namen van de twee constructeurs: JA van Jan, MA van Martin en THI van Thiel.

 

 

Martin Mijwaart naast de eerste "Jamathi"

 

 

Seizoen 1966

Voor het seizoen 1966 werden er geen nieuwe blokken of frames gemaakt. Omdat Jan Thiel was gestopt met racen kreeg Paul Lodewijkx de gelegenheid om op de racer van Jan Thiel te racen. Dit was dus een 1964-er blok in een 1965-er frame. ('65-er-1), Martin reed eveneens met de combinatie 1964-er blok in een 1965-er frame ('65-er-2).

 

 

Het motorblok uit 1966. De schakelklok is achter de motor gemonteerd.

 

 

Seizoen 1967

In het seizoen 1967 werd er begonnen aan een nieuw motorblok, maar die werd nooit afgemaakt. De negenversnellingsbak werd later gebruikt in de '68-er. Er werd dit jaar door Paul en Martin succesvol gereden op dezelfde racers als in 1966.

 

In 1967 werden ook de voorbereidingen getroffen voor de verhuizing van de racewerkplaats. De '65er-1 werd aan het eind van dit jaar verkocht.