Jamathi racers 1971 en 1972
Seizoen 1971
Voor het seizoen 1971 werd voor Aalt Toersen een compleet nieuwe machine gebouwd. Het motorblok was de 3e van het '69 type waarbij de cilinder haaks op het motorblok staat. Het motorblok was zeker beter dan de vorige exemplaren. Op de rechter krukastap was een elektronische ontsteking gemonteerd. De ontsteking was bedacht en helemaal gebouwd door de heer Schummelketel, een technicus, die vanaf dat moment voor alle volgende Jamathi ontstekingen zou tekenen.
De nieuwe racer bij de Asser TT (foto: Dik Toersen)
Op de foto is goed te zien dat de racer maar 1 achterschokbreker heeft. De man die er sneaky bij komt kijken (rechts) is Angel Nieto.
Het rijwielgedeelte van de nieuwe racer was geheel anders dan de vorige machines. Het frame was van onderen open en het motorblok lag hoger. Om de uitlaat beter naar achter te kunnen laten lopen, was er achter maar één veerelement, die aan de rechter kant werd gemonteerd. De schokdemper was speciaal door schokdemper fabrikant Koni ontwikkeld.
De stroomlijn werd met behulp van Fokker aerodynamica specialisten ontworpen. Het geheel woog (zonder de vloeistoffen) zo'n 55 kg. Het vermogen bedroeg ongeveer 17 pk. bij 16.000 omw/min. Het duurde echter tot de training van de Asser TT voordat er voor het eerst met deze machine geracet kon worden. (zie foto boven).
Aan het einde van 1971 werd uit geldnood de racers van 1968, 1969 en 1970 verkocht.
Hierboven de '71-er racer, hoe hij toentertijd was
Seizoen 1972
Dankzij de opbrengsten van de verkoop van de racers en de opbrengst van een geldinzamelingsactie van het motorblad "Motor" was er genoeg geld om te beginnen aan een revolutionair veranderde Jamathi.
Het motorblok werd niet meer zoals voorheen gegoten, maar uit een massief stuk aluminium gefreesd, wat gunstigere eigenschappen met zich meebracht betreffende het uitzetten van het aluminium. Het werd tevens de eerste Jamathi met een liggende cilinder, hierdoor kon de uitlaat naar onderen weglopen. Het carter was verticaal deelbaar, omdat de vorige horizontaal deelbare carters afdichtingproblemen met zich mee brachten.
De 6 versnellingsbak met trekspie schakeling, kon in 20 minuten verwisseld worden doordat er een los zijdeksel werd toegepast. De watercirculatie werd geregeld door een elektrische waterpomp. Voor de nieuwe racer werd een nieuwe elektronische ontsteking ontwikkeld door de Heer Schummelketel.
Hierboven het uit massief aluminium gefreesde blok
Het revolutionaire blok hing uiteraard onder een revolutionair frame, het was een monocoque constructie, vervaardigd uit plaatstaal, wat minder trillingen veroorzaakte en wat stijver van constructie was. Er werd op deze racer om gewicht te besparen maar één schokdemper gemonteerd.
Vlnr Jan Thiel, Theo Timmer en Martin Mijwaart bij de 1972-er
met monocoque frame
